Lezers blijven pagina’s omslaan als karakters voor moeilijke keuzes staan. Gebruik deze 2 dilemma’s in je verhalen. Je personages krijgen meer diepgang en je verhaal klimt naar nieuwe hoogten. En volg ons om de 3 dilemma’s van volgende week ook mee te krijgen.
Dilemma’s 1: Geef je personage conflicterende verlangens
Voordat je karakters voor moeilijke beslissingen kan zetten, moet je ze overtuigingen geven die ertoe doen. De moordenaar heeft een eigen code om vrouwen of kinderen geen kwaad te doen. Een zendeling sterft liever dan afstand te doen van zijn geloof. De vader zou alles opofferen om het losgeld voor zijn dochter bij elkaar te harken.
Een personage zonder houding, zonder ruggengraat, zonder overtuigingen, is voor lezers moeilijk aan te moedigen en gemakkelijk te vergeten. Dus, om een intrigerend personage te creëren, dat voor ingrijpende en moeilijke keuzes staat, kun je hem of haar twee even sterke overtuigingen geven die tegenover elkaar staan.
Bijvoorbeeld: Een vrouw wil (1) vrede in haar huis en (2) openheid tussen haar en haar man. Dus als ze vermoedt dat hij haar bedriegt, heeft ze moeite hem er mee te confronteren. Als ze alleen vrede wil kan ze het probleem negeren. Als ze alleen openheid wil begint ze erover, ongeacht de gevolgen.
Haar conflicterende verlangens staan haar echter geen eenvoudige oplossing toe. Dat zorgt voor spanning. En spanning drijft een verhaal vooruit.
Geef ze de keuze
Zoek dus twee dingen waar je personage aan is toegewijd en laat hem/haar er tussen kiezen. Zoek naar manieren om twee verlangens te gebruiken om ze te dwingen dat te doen wat ze niet willen.
Een dronken chauffeur vermoordt de dochter van een dominee. De man komt vrij wegens een technische fout. Vergeeft de dominee hem (en hoe zou dat eruit zien?). Of neemt hij het recht in eigen hand? In dit geval zijn zijn (1) pacifistische overtuigingen in strijd met zijn (2) verlangen naar gerechtigheid. Wat doet hij?
Goede vraag. Goede spanning. Goed drama.
Een ander voorbeeld: Je hoofdpersoon is van mening (1) dat culturen hun eigen subjectieve moraal mogen definiëren, maar ook (2) dat vrouwen met dezelfde waardigheid en respect moeten worden behandeld als mannen. Ze kan de gedachte niet uitstaan dat vrouwen onderdrukt worden in bepaalde landen, maar ze vindt het ook verkeerd om haar waarden aan anderen op te leggen. Wat doet ze als ze naar een van die landen moet verhuizen?
Creëer situaties waarin de even sterke overtuigingen van je personages in strijd zijn met elkaar en je creëert kansen voor netelige morele keuzes.
Brainstorm over een lijst van minstens 10 innerlijke demonen die je held moet bestrijden. Tien. Wees creatief. Kies dan de beste. Weef die demon in het achtergrondverhaal van je held en laat zien hoe het hem in het heden beïnvloedt – en hoe het hem in de toekomst zou kunnen hinderen. Laat hem er naar acteren.
Dilemma’s 2: Stel de overtuigingen van je personage op de proef
We denken er gewoonlijk niet zo over na, maar omkopen is niks anders dan iemand betalen om tegen zijn overtuiging in te gaan. Iemand afpersen is hem bedreigen tot hij of zij doet wat je zegt.
Bijvoorbeeld: Hoeveel zou je de veganistische dierenrechtenactivist moeten betalen om een biefstuk (omkoping) te eten? Of, hoe zou je hem/haar moeten bedreigen om ze te dwingen het te doen (afpersing)?
Wat zou het kosten om het liefdevolle, toegewijde paar zover te krijgen dat ze afspreken elkaar nooit meer te zien (omkoping)? Of, hoe zou je ze moeten bedreigen om ze zover te krijgen (afpersing)?
Een prachtig voorbeeld van omkoping is de film Indecent Proposal waarin miljonair Redford een armlastig stel voorstelt dat hij één nacht met de dame (Demi Moore) mag doorbrengen in ruil voor één miljoen dollar.
Wat heb je nodig om het zwangere katholieke tienermeisje te betalen om haar te overtuigen tot abortus (omkoping)? Hoe zou je haar kunnen bedreigen (afpersing)?
Zoek naar manieren om je personages om te kopen en af te persen. Wees niet gemakkelijk voor ze. Als schrijvers hebben we soms zoveel voor onze karakters over dat we niet willen dat ze lijden. Het resultaat is dat we ervoor terugschrikken om ze in moeilijke situaties te brengen. Dat is precies het tegenovergestelde van wat er moet gebeuren om onze fictie boeiend te maken.
Wat is het ergste?
Wat is het ergste dat je kunt bedenken dat je personage binnen een verhaal kan overkomen? Daag jezelf uit – probeer aan iets anders, net zo slecht, te denken en dwing je karakter om te kiezen.
Peil de diepten van de overtuigingen van je personage door te vragen: “Hoe ver zal hij / zij gaan…?”
Wat is er voor nodig om hem te laten toekijken hoe degene van wie hij houdt sterft terwijl hij de macht heeft om haar te redden? Wanneer kun je iemand ervoor laten kiezen levend begraven te worden? Wat is er voor nodig om meineed te plegen en een onschuldig persoon tot levenslang te veroordelen?
Vraag jezelf af: waar geloven mijn personages in? Welke prioriteiten hebben ze? Welke vooroordelen moeten ze overwinnen? Stel vervolgens hun overtuigingen op de proef om hun oprechte verlangens en prioriteiten aan de oppervlakte te brengen.
Nou, dit zijn de eerste twee dilemma’s waar je als schrijver over na kunt denken. Volgende week nog drie.
