De Groninger historicus Bert Jan Flim heeft zijn nieuwe boek ‘Het grote kinderspel’ gepresenteerd. Het boek gaat over de redding van honderden joodse kinderen uit Amsterdam. Een van die kinderen was Ed van Thijn, de latere burgemeester van Amsterdam.
‘Het grote kinderspel’ gaat over hoe de verzetsgroep NV, de Naamloze Vennootschap, in de Tweede Wereldoorlog honderden joodse kinderen uit Amsterdam redde uit de handen van de bezetter. En hoe de kinderen vervolgens in andere delen van Nederland een veilig onderkomen vonden.
Bert Jan Flim is dé kenner van de materie over dit onderwerp. Hij schreef er in de jaren tachtig zijn afstudeerscriptie over. Later promoveerde hij met het proefschrift ‘Omdat hun hart sprak’ over de geschiedenis van het ‘kinderwerk’. In 2012 verscheen zijn boek ‘Onder de klok’. Zijn nieuwe boek ‘Het grote kinderspel’ is bij Amphora Books verschenen.
Zeventig
Herman Flim, de vader van Bert Jan, maakte in de Tweede Wereldoorlog onderdeel uit van de NV. De NV was een organisatie van onderduikers. Naast het Utrechts Kindercomité, de Amsterdamse Studenten Groep en de Trouwgroep brachten ze joodse kinderen in veiligheid. De kinderen kwamen voornamelijk uit de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg in Amsterdam. Herman Flim had de zorg over meer dan 70 joodse kinderen, waaronder Ed van Thijn, de latere burgemeester van Amsterdam. Een andere overlevende is de nu 88-jarige Rosie Colthof. Zij woont net als Bert Jan ook in de stad Groningen.
Samenvatting
Tijdens een kerkdienst in de zomer van 1942 vindt Jaap Musch zijn roeping. Hij moet joden gaan redden. Met zijn broer Gerard en hun vriend Dick Groenewegen van Wijk zet hij een gereformeerde onderduikorganisatie op: de NV, Naamloze Vennootschap. Terwijl de Duitse vernietigingsmachine op stoom komt, slagen leden van de NV erin joodse kinderen te ontvoeren uit de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg – de wachtkamer van de dood. Ze brengen ze met gevaar voor eigen leven naar pleeggezinnen in Limburg en Overijssel. Daar lijken ze veilig…
Nauwgezette organisatie, hartstochtelijke improvisatie en voortdurende zorg gaan hand in hand in deze geschiedenis van moed, hoop, gebrek en verlies.
Over ‘Het grote kinderspel’
‘Te vaak wordt gedaan alsof een kind als kind de oorlog niet echt heeft “meegemaakt”. Alsof de spanningen en verschrikkingen aan hem niet zouden zijn besteed, omdat hij nu eenmaal te jong was.’
Ed van Thijn
Bron: www.gic.nl