Een gezonde relatie tussen schrijvers en redacteuren stuurt je verhaal hopelijk naar hemelse hoogten. Een slechte relatie verdient zijn eigen speciale hel. De relatie tussen schrijver en redacteur kan ongelooflijk positief en voordelig zijn. Schrijver en redacteur leren van elkaar en dat is goed.
Als de verwachtingen echter uit elkaar lopen, kan het een giftige en irritante relatie worden. Voor beide partijen. Het is zaak er een balans in te vinden.
We gaan proberen je inzicht te verschaffen door de 7 hoofdzonden van beide partijen te belichten. Eerst de hoofdzonden van de schrijver (volgens redacteuren dan). Schrijvers, let op: deze inzichten helpen je de radertjes te begrijpen die je redacteur door de gedachten schieten als hij of zij wijzigingen of suggesties aanbrengt.
Redacteuren, ook opletten alsjeblieft. Jullie hebben je eigen zonden om je mee te verzoenen, maar daarover later meer.
1. Slecht communiceren: geen verwachtingen specificeren
Schrijvers: stel redactiedoelen vast, communiceer wat je verwacht en vraag duidelijkheid voordat een redacteur in de manuscript duikt. Redacteuren redigeren met een andere blik, afhankelijk van wat je wilt. Laat daarom je redacteur precies weten wat je wilt.
Redacteuren zijn scherp zijn op grammaticale fouten. Vertel het ze direct als je niet wilt dat ze op je grammatica letten. Er kan een moment zijn waarop je als auteur conventies wilt doorbreken. Dus laat weten of je een stilistische keuze hebt gemaakt bij het negeren van regels.
Communicatie vooraf voorkomt veel problemen tijdens het redactieproces.
2. Slordigheid: niet je beste werk indienen
Je denkt misschien: “Het is een redacteur, dus hij of zij kan al mijn typefouten en fouten herstellen. Ik hoef ze niet te corrigeren voordat ik mijn manuscript inlever.” Verkeerd gedacht! Slechte interpunctie, grammaticafouten, beroerde spelling en zo leiden een redacteur zo af dat ze moeite hebben om zich te concentreren op het verhaal. En daar huur je ze uiteindelijk voor in. Stuur een zo perfect mogelijk manuscript in, alsjeblieft. Je doet jezelf er een groot plezier mee.
3. Koppigheid: weigeren om je werk aan te passen
Je huurt een redacteur in om je te wijzen op onvolkomenheden in je manuscript. Nee, je “schrijfstem” is uniek voor jou. Daar mogen ze niet aankomen. Als er iets niet klopt, of de interpunctie is verwarrend, dan raad ik je ten zeerste aan rekening te houden met de suggesties van je redacteur. Wees niet getrouwd met wat een fatale fout in je verhaal kan zijn. Schrijven is schrappen, ook je darlings. Zeker je darlings. Word niet verliefd op je eerste versie.
4. Ongeduld: vergeten dat het schrijven, uitgeven en vermarkten van een boek een lang proces is
Ongeduld bij het schrijven van een boek bekomt je slecht. Auteurs (vooral nieuwe) moeten erkennen dat het schrijven van een publicabel boek veel tijd en werk kost. Ik wil niet neerbuigend doen, maar het is verbazingwekkend hoeveel schrijvers denken dat hun manuscript zo goed is dat het een kwestie van één keer doorlezen en de puntjes op de i zetten is. Kwaliteit vergt meerdere keren herschrijven. En, meestal, meerdere redactierondes. Geduld onderscheidt degenen die een goed boek schrijven.
Schrijf 300 woorden per dag, 300 dagen per jaar, en je hebt een boek van 90.000 woorden dat de moeite waard is om te lezen. Onthoud: alles wat het publiceren waard is, kost tijd.
5. Het stokje overgeven: verwachten dat je redacteur je boek afschrijft
Laten we aannemen dat je redacteur net enkele dagen bezig is geweest met het finetunen van je manuscript. Je krijgt het terug met gedetailleerde opmerkingen over zaken die je moet aanpassen. Dan besteed je een dag aan het herschrijven en denk je dat je alles hebt opgelost. Jammer, maar helaas.
Ja, je redacteur heeft aanpassingen in je document gezet die je kunt ‘Accepteren’ of ‘Weigeren’, maar als je redacteur je op zaken wijst als het uitgangspunt van je verstelstem, oorzaak en gevolg, of zinsstructuur, moet jij (niet hij of zij) aan de bak. Jij moet nog een keer door je manuscript heen en het herschrijven. Dit is niet af en toe, het komt in je hele boek voor. Waarschijnlijk. Besteed er een paar weken aan. Elke aanpassing moet je maken in de context van die specifieke scène en het grotere verhaal. Geloof me, het kost je echt meer dan een paar uur om die veranderingen door te voeren. Dit mag je niet van een redacteur verwachten. Je moet het ook niet willen.
6. Geïrriteerd raken
Alsjeblieft, ga niet schelden op je redacteur. Het doel van elke redacteur is om jouw boek beter te maken. Als je het ergens niet mee eens bent, spreek dat uit, maar wordt niet gelijk boos. Redacteuren zijn er niet om jou het leven moeilijker te maken. Ze helpen je om je boek gepubliceerd te krijgen.
Neem altijd een dag of twee de tijd om de ideeën van je redacteur te verwerken voordat je commentaar levert. Die twee dagen zet op- en aanmerkingen in het juiste perspectief. Het maakt je een betere schrijver.
7. Kappen
Aarg! Geef niet op! Laat je kindje niet in de steek! Zoals ik al eerder zei, is het schrijven van een boek een lang, moeilijk proces. Het redigeren kan even zwaar, of vervelend zijn. Blijk geduldig doorwerken aan je manuscript. Zelfs als je huidige boek de Gouden Strop niet wint (mocht je dat willen), dan zul je zoveel schrijfkennis opdoen door het te schrijven. Misschien leidt die ervaring tot een toekomstige bestseller (of everseller). En het gevoel van voldoening als je boek af is, is echt van onschatbare waarde.
Volhard. Het afmaken van een roman is nooit gemakkelijk, maar uiteindelijk ben je blij dat je hebt volgehouden.
Een vechtrelatie redacteur-auteur helpt niemand. Het dient je lezers niet en daar is alles uiteindelijk om begonnen. Luister naar elkaar, respecteer de inbreng van je tegenhanger en wees vergevingsgezind als hij of zij ze een van deze 7 hoofdzonden begaat.